Diane Schoonhoven: "De melkveehouderij draagt bij aan oplossingen voor het klimaatvraagstuk"
Klimaat
|21 oktober 2021
Welke rol kan de zuivelsector spelen in een duurzame toekomst?
Diane Schoonhoven: “Een grote rol, als je het mij vraagt. Dat komt allereerst omdat zuivel gezond is: melkproducten dragen bij tot een gezond voedingspatroon en zijn van nature nutriëntdens. Ze bevatten dus veel essentiële voedingsstoffen, zoals vitamines en mineralen, in verhouding tot hun energie-aanbreng. Anderzijds blijkt uit onderzoek dat we in Vlaanderen eigenlijk nog te weinig zuivel consumeren. Daarom werd zuivel ook opgenomen in de groene zone van de Voedingsdriehoek. Er is dus een duidelijke bestaansreden om zuivel te produceren voor consumptie.”
Duurzame zuivelproductie in België
Waar produceren we die zuivel dan best? In België? En hoe duurzaam verloopt dat? Uit een studie van de KU Leuven, in opdracht van brancheorganisatie MilkBE, blijkt alvast dat de zuivelsector zijn koolstofvoetafdruk – een maat voor de klimaatimpact – fors wist te verlagen de afgelopen 20 jaar. Daarbij wordt om de 5 jaar de koolstofvoetafdruk van een liter rauwe melk berekend.
“We zien inderdaad een mooie evolutie die de inspanningen van de melkveehouders zichtbaar maakt. Zo is de impact van 1 liter rauwe melk op het klimaat met 30% gereduceerd tussen 2000 en 2020. Bovendien blijft de ecologische voetafdruk van zuivel verder verlagen én doen we het in België een stuk beter dan in de rest van de wereld. Vandaag stoot een gemiddeld Belgisch melkveebedrijf 0,93 kg CO2-equivalent per liter rauwe melk uit. Als je kijkt naar de wereldwijde cijfers van 2,2 kg CO2-equivalent per liter rauwe melk, kan niemand er omheen: onze Belgische melkveehouders produceren zeer efficiënt. Ook elders in Europa is de sector goed bezig en gaat de evolutie nog steeds in dalende lijn.”
De impact van 1 liter rauwe melk op het klimaat is met 30% gereduceerd tussen 2000 en 2020. Vandaag stoot een gemiddeld Belgisch melkveebedrijf 0,93 kg CO2-equivalent per liter rauwe melk uit: da's een pak beter dan het wereldwijde gemiddelde.
Knowhow in de hele keten
Naast een efficiënte productie – waarbij de hele keten zoekt naar kansen in verduurzaming – heeft België ook een geschikt klimaat om zuivel te produceren. “Niet vergeten dat gras de belangrijkste voedingsbron is voor melkkoeien. En we hebben veel regio’s met veel gras, zoals de Kempen, dus dat speelt in ons voordeel. Maar vooral, de volledige keten beschikt over de nodige knowhow. De melkveehouders weten hoe ze duurzaam moeten produceren, en ook de toelevering heeft alle kennis in huis – denk aan de koepel van de Belgische diervoedersector. Kennisinstellingen ondersteunen bovendien de hele zuivelketen, waardoor er steeds meer knowhow wordt opgebouwd én gedeeld. Dat loont.”
Diversiteit in bedrijven
Daarnaast lopen er heel diverse initiatieven om te verduurzamen – zowel vanuit de bedrijven zelf als vanuit de overheid. “Neem nu Klimrek, een project dat je als melkveehouder inzicht geeft in de klimaatimpact van je bedrijf. Elk landbouwbedrijf in Vlaanderen is uniek en een ‘scan op maat’ is dan ook van belang. Zo kunnen we heel gericht kijken welke klimaatmaatregelen het best passen bij een bedrijf én of ze ook praktisch en economisch haalbaar zijn. Want inspanningen op het gebied van duurzaamheid komen er niet vanzelf, ze vragen een investering. Ook daar moet de consument zich bewust van zijn.”
In het streven naar meer duurzaamheid binnen de zuivelsector, is het belang van diversiteit in bedrijven niet te onderschatten.
Diane Schoonhoven: “Klopt, er is niet één model dat je zomaar overal kan toepassen om de klimaatimpact te verlagen. Diversiteit leidt tot innovatie, kruisbestuiving en verdere verduurzaming. Daarbij zijn verschillende vormen perfect verenigbaar: van duurzaamheid door specialisatie – precisielandbouw, veredeling, bioveiligheid… – tot duurzaamheid door verbreding, via de korte keten, ecosysteemdiensten of agro-ecologische principes. Diverse vormen van landbouw zijn nodig om verder te verduurzamen. En dat vraagt maatwerk per bedrijf, precies omdat iedere landbouwer zijn eigen competenties heeft en elke locatie haar eigen karakteristieken.”
Rol in energietransitie
De Belgische melkveehouders spelen ook een rol in de energietransitie. “Hoewel de productie van (hernieuwbare) energie in de klimaatboekhouding niet op ons conto gezet wordt, worden er wel enorme inspanningen geleverd wat het toepassen van hernieuwbare energie betreft. Hiervoor is er een grote interesse onder de landbouwers. Dat is logisch gezien de win-winsituatie in dit verhaal: landbouwers hebben zelf ook voordeel bij het inzetten van zonnepanelen, een pocketvergister of een kleine windturbine.”
De melkveehouderij beschikt bovendien over heel wat troeven: landbouwers ondernemen graag én er is plaats genoeg op het platteland voor een biogascentrale of windturbine. In de energietransitie is een decentrale productie van hernieuwbare energie nu eenmaal erg belangrijk. In vergelijking met Duitsland bijvoorbeeld bevinden onze landelijke gebieden zich ook dichter bij mensen, wat een bijkomend voordeel is voor de energieproductie. Al zijn er nog heel wat vragen en aandachtspunten, bijvoorbeeld wat de capaciteit van het elektriciteitsnet op het platteland aangaat.”
Heel wat melkveehouders leveren enorme inspanningen wat het toepassen van hernieuwbare energie betreft. Ze hebben zelf ook voordeel bij het inzetten van zonnepanelen, een pocketvergister of een kleine windturbine.”
Pleiten voor Europese aanpak
Ook op andere vlakken kan de melkveehouderij oplossingen aanreiken in het klimaatdebat. “Zo biedt de melkveehouderij heel wat mogelijkheden naar koolstofopslag. De capaciteit om koolstof op te slaan in de bodem is even groot voor blijvend grasland als voor bos. Anderzijds is België koploper in duurzame soja: tegen 2030 zal voor álle soja die door Belgische diervoederfabrikanten gebruikt wordt, gelden dat die op duurzame wijze geteeld is in het land van origine – dus met garantie op nul-ontbossing én respect voor de mensenrechten.”
Al pleit de sector wel voor een Europese aanpak, wat niet alleen de duurzaamheid van de sojateelt ten goede komt maar ook het gelijke speelveld in Europa en de rest van de wereld verbetert. “Een eerlijke concurrentie met ingevoerde producten is noodzakelijk, waarbij de wetgeving op elkaar moet zijn afgestemd en niet tegengesteld mag werken. Want niets gaat vanzelf, aan duurzaamheid zijn nu eenmaal kosten verbonden. Het is een engagement dat we allemaal samen moeten aangaan. Je kan niet verwachten dat enkel de landbouwers onze planeet redden, terwijl ze ook nog eens zwaar moeten concurreren in een mondiale markt én een vloed aan nieuwe reglementeringen moeten verwerken. Economische duurzaamheid is voor een melkveehouder het startpunt om verder te verduurzamen.”