“Veel economische spelers compenseren hun CO2-uitstoot door reducties in de agrarische sector”
Klimaat
|19 oktober 2022
Eind dit jaar wil Europa een transparant systeem rond carbon credits voorleggen, waarbij landbouwers beloond worden voor hun inspanningen om koolstof vast te leggen in de bodem. Daarvoor kijkt de Europese Commissie vooral naar Frankrijk, dat vandaag een succesvol verdienmodel achter koolstoflandbouw heeft uitgerold. Jean-Baptiste Dollé, afdelingshoofd Milieu bij het Franse onderzoeksinstituut IDELE, licht de aanpak in Frankrijk toe, als voorloper in carbon farming.
Na de oceanen wordt de meeste koolstof vastgelegd in de bodem. In Europa is het grootste deel van de bodem in gebruik als landbouwgrond. Landbouwers kunnen dan ook een belangrijke bijdrage leveren in de strijd tegen klimaatverandering. In dat opzicht streeft Europa naar een uniform kader, gebaseerd op carbon credits. Daarbij krijgen enerzijds de landbouwers een vergoeding voor de koolstof die ze vastleggen en kunnen anderzijds bedrijven en gemeenschappen hun resterende CO2-uitstoot compenseren of financieel bijdragen aan de uitvoering van landbouwprojecten. Met maximale winst als eindresultaat: voor de bodem, voor het milieu én voor de landbouwer.
Als afdelingshoofd Milieu van het Franse Instituut voor Veeteelt werkt Jean-Baptiste Dollé samen met het CNIEL (de Franse brancheorganisatie voor de zuivelsector), producenten, onderzoeksinstituten, adviesorganen en openbare instanties om de relatie tussen milieu en veeteelt te evalueren. Daarbij implementeerde hij de afgelopen 10 jaar al tal van carbon farming-initiatieven in de zuivelsector en droeg hij bij aan de ontwikkeling van een standaardmethodiek voor het certificeren van CO2-reductie in de landbouw.
Frankrijk heeft vandaag een succesvol systeem van koolstofkredieten uitgerold. Hoe is dat gestart?
Jean-Baptiste Dollé: “Het verhaal rond carbon farming is in Frankrijk eigenlijk begonnen rond 2010-2012. Oorspronkelijk was het de bedoeling om een methodologie te ontwikkelen om CO2-emissies en koolstofopslag te kunnen meten, om dan binnen die totale uitstoot het aandeel van de veeteelt te bepalen. Want ook toen al werden landbouwers te pas en te onpas met de vinger gewezen en kregen ze soms alle klimaatschuld over zich. Een methodologie drong zich op om uit te klaren hoe het precies zit. In de loop der jaren is die methodologie fors verbeterd en uitgegroeid tot een betrouwbaar nationaal model.”
“Vandaag is dat systeem ook opengetrokken naar andere operatoren in de sector, zodat we over één uniforme tool beschikken om op dezelfde manier koolstofwaardes te meten. Alleen zo kan je vergelijken en een koolstofboekhouding opstellen. Deze nationale tool, CAP’2ER® genoemd, was een eerste belangrijke stap om het huidige Franse systeem van koolstofkredieten te kunnen opstellen en uitrollen.”
Alles begon dus met de vrijwillige deelname van melkveehouders die hun CO2-voetafdruk wilden kennen?
“Ja. Een melkveehouder die zijn netto-voetafdruk wil kennen, moet eerst inschatten hoeveel broeikasgassen hij uitstoot op zijn bedrijf én hoeveel koolstof hij opslaat in de landbouwbodem. Vervolgens kan hij het verschil berekenen, oftewel de netto CO2-voetafdruk. CAP'2ER® maakt het trouwens niet alleen mogelijk om de ecologische voetafdruk van de boerderij in kaart te brengen, maar ook om verbeterpunten te identificeren. Er zijn twee beoordelingsniveaus. Niveau 1 geldt als algemene bewustwordingstool, waarbij iedereen vrij eenvoudig zijn klimaatimpact kan berekenen. Niveau 2 gaat een stap verder en is een hulpmiddel voor beslissingsondersteuning, met een individueel actieplan.”
Is de zuivelsector een voorloper in het CO2-reductieverhaal?
“Absoluut. Vandaag zijn er zo’n 18.000 landbouwbedrijven geauditeerd in Frankrijk, van wie 13.000 melkveebedrijven. In totaal zitten we rond 25.000 ‘klimaatscans’ via CAP'2ER® omdat sommige bedrijven al een tweede audit hebben doorlopen na de eerste vijf jaar maatregelen. Met het nationale programma ‘Ferme Laitière Bas Carbone’ moedigt de zuivelsector alle klimaatbewuste engagementen aan, maar het is vooral een vrijwillig systeem waarbij de zuivelsector andermaal zijn duurzame inspanningen laat zien.”
Hoeveel Franse melkveehouders werken vandaag met koolstofkredieten?
“Er zijn bijna 1.300 melkveehouders die hun broeikasgassen verminderen en hun koolstoflandbouwpraktijken valoriseren via het koolstofkredietsysteem. Zo is er in totaal al 100.000 ton CO2 verkocht, toch een mooie vooruitgang. In het begin, 2010-2012, wekte de koolstofarme aanpak anders weinig interesse op – zowel bij de bedrijven als bij de landbouwers zelf om koolstoflandbouwpraktijken toe te passen. Maar elk jaar groeide de belangstelling en nam het aantal deelnemers toe. Vandaag bereiken we steeds meer landbouwers die hun voetafdruk willen kennen, die willen weten hoe het zit met hun impact op het klimaat en die graag hun bijdrage willen leveren. Uiteraard kan je je klimaatvoetafdruk niet instant halveren. Het is een proces van continue inspanningen en dat vraagt tijd. Maar je kan je koolstofuitstoot in eerste instantie wel verminderen met gemiddeld 15 tot 20% over een periode van 5 jaar, door de efficiëntie in je bedrijf te verbeteren.”
Met ‘Ferme Laitière Bas Carbone’ moedigt de zuivelsector alle klimaatbewuste engagementen aan.
Wat verklaart het grote succes van de carbon credits in Frankrijk?
“Allereerst, het transparante model op basis van de nationale berekeningstool CAP'2ER® en de CARBON AGRI-methode van het ministerie voor Ecologische Transitie. Het gaat om een wetenschappelijk onderbouwd systeem voor een betrouwbare koolstofboekhouding, waarbij iedereen de methodiek kan raadplegen. Zo heb je een uniforme basis voor de wereldwijde CO2-boekhouding.”
“Bedrijven kunnen vrijwillig instappen om hun CO2-voetafdruk bij te houden, CO2-credits te verhandelen of te laten zien hoe ze het doen op het gebied van emissies. Bovendien willen tal van grote Franse bedrijven de koolstofarme transitie financieel steunen. Velen hebben die kans trouwens al gegrepen, van banken en supermarktketens tot modehuizen. Daarom is het belangrijk om een erkend kader te hebben om te evalueren en te valoriseren. Gemiddeld kunnen landbouwers zo’n 10.000 tot 15.000 euro terugverdienen in vijf jaar.”
Hoeveel kost een ton CO2 in Frankrijk?
“De prijs per ton koolstof voor een gelabeld project in Frankrijk bedraagt 38 euro. Daarmee is Frankrijk waarschijnlijk drie tot vier keer duurder dan de koolstof die op de internationale markt wordt verkocht. Maar die vergelijking mag je niet maken, simpelweg omdat het Franse systeem kwalitatieve koolstofkredieten op de markt brengt die gekoppeld zijn aan bijkomende milieuvoordelen, met traceerbaarheid van a tot z. De kopers kennen hun lokale project, weten precies welke koolstofbewuste praktijken de landbouwer toepast. Dat bepaalt allemaal mee de prijs.”
“Daarbij waarborgt het koolstofarm label in Frankrijk, het zogenaamde ‘Label Bas Carbone’, de kwaliteit en milieu-integriteit van alle projecten. Dat label voor koolstofvastlegging in de bodem en de vermindering van de broeikasgassenuitstoot werd in 2019 gecreëerd door het Franse ministerie van Ecologische Transitie, om bij te dragen aan de strijd tegen de opwarming van de aarde. Het koolstofarme label is gericht op projecten die de uitstoot van broeikasgassen verminderen ten opzichte van de basissituatie. Deze projecten moeten dus aanvullend zijn en verder gaan dan de wettelijke regelgeving en huidige praktijk, precies om de overgang naar een koolstofarme economie te versnellen. In principe is het bedoeld om de ontwikkeling van projecten in alle sectoren aan te moedigen. Om in aanmerking te komen voor het koolstofarm label moeten projecten wel verwijzen naar een methode die vooraf is goedgekeurd door het ministerie voor Ecologische Transitie, zoals CAP'2ER®.”
Wat zijn de werkpunten en de uitdagingen van morgen?
“Ondanks het succes, is er nog werk aan de winkel: ambassadeurs zoeken en landbouwers overtuigen. Vandaag neemt al 15% van alle Franse landbouwers deel aan het koolstofkredietsysteem. Naast de overige landbouwers motiveren en sensibiliseren, moeten we ook de methodiek blijven verbeteren en de tool verder ontwikkelen. En uiteraard is het ‘volume’ van belang, niet alleen in tonnen CO2 maar ook in financiële steun, om de agro-ecologische transitie in de zuivelsector te kunnen doorvoeren. De grote vraag blijft natuurlijk wie allemaal gaat bijdragen aan de ondersteuning van deze overgang? Daarom is het belangrijk om alle spelers in de sectoren mee te nemen, ook de burger-consument.”
“Verder moeten we erover waken dat we geen bijkomende administratieve lasten voor de landbouwers creëren, een zorg die vaak geuit wordt als het gaat om koolstofcertificaten. Want het is niet de bedoeling om te zware regels in te voeren, wel om de landbouwsector extra inkomstenbronnen te bieden om de CO2-arme transitie te versnellen.”